zaterdag 23 januari 2010

Dame Vera Lynn

Foto's : in 2009 en 1939.
Dame Vera Lynn (maart 1917) "The Forces' Sweetheart" tijdens W O II
Geboren Vera Margaret Welch. Britse zangeres, wiens carreire bloeide tijdens W O II. Haar meest bekende slagers waren "We'll meet again" en "The White Cliffs of Dover". Ze is geboren in Essex (Londen). Haar vader was loodgieter. Ze begon te zingen als ze 7 was. Haar eerste radio- uitzending was in 1935, met de Joe Loss Orchestra. In 1936 maakte ze haar eerste solo-record, vervolgens trad ze toe in de Bert Ambrose band.
In 1940 begon ze met haar eigen radio-programma "Sincerely Yours", met verzoeken van de soldaten.
Ze bezocht ziekenhuizen om interviews van jonge moders over te maken aan hun echtgenoten overzee.
In 1941 huwt ze met klarinetist Harry Lewis en had een dochter, Virginia.
Ze maakte concert-tournees voor de troepen in Egypte, India, Birma.
In 1942 werd een film gemaakt "We'll meet again". Dit lied werd een karakteristisch Nummer van de oorlog.
Na de oorlog trad ze regelmatig op in een Amerikaans radio-programma The Big Show.
Ze bleef populair in de jaren '50 met "My son, my son", Nummer dat ze samen met Eddie Calvert schreef.
In 1967 raakte ze de Top 10 met "It hurts to say goodbye".
"Honors" Ze werd benoemd tot Officier van de Orde van het Brits Koninkrijk in 1959 en "Dame Commander" in 1975.
In 1995 zong ze op het Gouden Jubileum van de Wapenstilstand. Het was haar laatste openbaar optreden.
In 2005 maakte ze een toespraak tot de veteranen. Ze woont ieder jaar de "Festival of Remembrance " van The Royal British Legion in Londen bij. Ze schreef boeken in 1970, 1989 en 2009.

Andrée de Jongh

Tweede Wereldoorlog
Andrée de Jongh (1916 - 2007) Oprichster van de "Comet Escape Line"
Gravin de Jongh, eenvoudig bekend als "Dédée", was reeds in 1940 met de weerstand begonnen. De route, van België, via Frankrijk naar Spanje was bedoelt om neergestorte geallieeerde piloten en vliegeniers veilig uit het door de Nazi's bezette gebied te loodsen.
A. de Jongh was toen 24, had een verpleegkundige opleiding. Zodra gewonde soldaten in staat waren te lopen, vond ze voor hen een onderdak. Met de hulp van haar vader , kon ze rekenen op veilige adressen o.m. langs de kust. Haar codenaam was "postman".
In 1941, had ze in Bilbao (Fr. Baskenland) het Brits Consulaat benaderd, die erg sceptsich was tegenover zo'n jong meisje. Hoek kon ze zo'n gevaarlijke opdracht aan ? Maar, toen ze met een groep RAF piloten, die men zo broodnodig had, te voorschijn kwam kon ze onmiddelijk op financiering en hulp rekenen.
In de nacht van 15 januari 1943 werd ze verraden. Het huis in Urrugne(Fr. Baskenland) , waar ze telkens met de piloten terecht kwam, werd bestormd en ze werd gevangen genomen. Onder foltering gaf ze toe dat ze de leidster van het Reseau Comète was. De Gestapo weigerde haar te geloven.
De ontsnappingslijn bleef bestaan, maar de leden betaalden een zware tol. De vader van Andrée werd gefusilleerd. Zij werd gedeporteerd naar Mauthausen en Ravensbrück, als "Nacht und Nebel gevangene".
Ze overleefde, maar was ernstig ziek en uitgeput wanneer ze in 1945 door de geallieerde troepen werd bevrijd.
In 1946, werd ze ontvangen op Buckingham Palace, om de "George Medal" in ontvangst te nemen. Er werden ceremonie's georgeniseerd door de RAF en de Amerikanen. In Frankrijk werd ze "Chevalier de la Légion d'Honneur", in België "Ridder van de Leopoldsorde" en ontving ze de "Croix de Guerre avec palme".
In 1950 werd ze door koning Boudewijn in de adelstand verheft.
Verscheidene jaren werkte ze als verpleegster in Belgisch Kongo en Ethiopië. Wanneer haar gezondheid begon te wankelen, keerde ze terug naar Brussel.
Ze bleef ongehuwd.