vrijdag 29 januari 2010

Astronaut Frank De Winne

Frank, burggraaf De Winne, (1961) , Belgische ruimtevaarder.
Tweede Belgische astronaut (de eerste was Dirk Frimout). Hij studeerde aan de Koninklijke Kadetschool in Lier. In 1984 behaalde hij de diploma's telecommunicatie en burgerlijk ingenieur-polytechnicus aan de Koninklijke Militaire School in Brussel. Hij kreeg daarbij de AIA-prijs voor de beste thesis.
Hij volge daarna vliegopleiding aan de Elementaire Vliegschool in Goetsenhoven.
Hij werd in 1989 geselecteerd bij SAGEM in Parijs en werkte daar aan verbetering van de veiligheid van de Mirage. Hij voltooide de Elementaire Vliegschool in 1991 en kreeg daarbij de hoogste onderscheiding. In 1992 haalde hij zijn brevet van testpiloot aan de Test Pilot School" in Boscombe Down, U.K., en ontving daarbij de McKenna Trophy. In 1992 werd hij aangesteld als testpiloot voor de Belgische Luchtmacht.
On 1995 en 1996 was hij geetacheerd als senior testpiloot van de EPAF (European Participating Air Forces) bij Edwards Air Force Base in Californië. In 1998 wordt De Winne commandant van het 349e Smaldeel, gestationeerd op Kleine Brogel.
Frank De Winne werd in 1998 geselecteerd als ruimtevaarder voor de ESA. In 2000 werd hij opgenomen in het astronautencorps van ESA. In augustus 2001 startte hij zijn opleiding tot astronaut in het Yuri Gagarin opleidingscentrum voor kosmonauten nabij Moskou.
Op 30 oktober 2002 werd hij als boordwerktuigkundige gelanceerd aan boord van de Sojoez TMA-1 in het kader van de Odissea Missie.
Op 20 november 2007 raakte bekend dat De Winne geselecteerd werd voor een verblijf van zes maanden in het internationaal ruimtestation ISS. Tijdens de laatste drie maanden neemt hij de functie van commandant op zich.
Koning Albert II verhief hem per koninklijk besluit op 20 december 2006 in de adelstand tot burggraaf.

zaterdag 23 januari 2010

Dame Vera Lynn

Foto's : in 2009 en 1939.
Dame Vera Lynn (maart 1917) "The Forces' Sweetheart" tijdens W O II
Geboren Vera Margaret Welch. Britse zangeres, wiens carreire bloeide tijdens W O II. Haar meest bekende slagers waren "We'll meet again" en "The White Cliffs of Dover". Ze is geboren in Essex (Londen). Haar vader was loodgieter. Ze begon te zingen als ze 7 was. Haar eerste radio- uitzending was in 1935, met de Joe Loss Orchestra. In 1936 maakte ze haar eerste solo-record, vervolgens trad ze toe in de Bert Ambrose band.
In 1940 begon ze met haar eigen radio-programma "Sincerely Yours", met verzoeken van de soldaten.
Ze bezocht ziekenhuizen om interviews van jonge moders over te maken aan hun echtgenoten overzee.
In 1941 huwt ze met klarinetist Harry Lewis en had een dochter, Virginia.
Ze maakte concert-tournees voor de troepen in Egypte, India, Birma.
In 1942 werd een film gemaakt "We'll meet again". Dit lied werd een karakteristisch Nummer van de oorlog.
Na de oorlog trad ze regelmatig op in een Amerikaans radio-programma The Big Show.
Ze bleef populair in de jaren '50 met "My son, my son", Nummer dat ze samen met Eddie Calvert schreef.
In 1967 raakte ze de Top 10 met "It hurts to say goodbye".
"Honors" Ze werd benoemd tot Officier van de Orde van het Brits Koninkrijk in 1959 en "Dame Commander" in 1975.
In 1995 zong ze op het Gouden Jubileum van de Wapenstilstand. Het was haar laatste openbaar optreden.
In 2005 maakte ze een toespraak tot de veteranen. Ze woont ieder jaar de "Festival of Remembrance " van The Royal British Legion in Londen bij. Ze schreef boeken in 1970, 1989 en 2009.

Andrée de Jongh

Tweede Wereldoorlog
Andrée de Jongh (1916 - 2007) Oprichster van de "Comet Escape Line"
Gravin de Jongh, eenvoudig bekend als "Dédée", was reeds in 1940 met de weerstand begonnen. De route, van België, via Frankrijk naar Spanje was bedoelt om neergestorte geallieeerde piloten en vliegeniers veilig uit het door de Nazi's bezette gebied te loodsen.
A. de Jongh was toen 24, had een verpleegkundige opleiding. Zodra gewonde soldaten in staat waren te lopen, vond ze voor hen een onderdak. Met de hulp van haar vader , kon ze rekenen op veilige adressen o.m. langs de kust. Haar codenaam was "postman".
In 1941, had ze in Bilbao (Fr. Baskenland) het Brits Consulaat benaderd, die erg sceptsich was tegenover zo'n jong meisje. Hoek kon ze zo'n gevaarlijke opdracht aan ? Maar, toen ze met een groep RAF piloten, die men zo broodnodig had, te voorschijn kwam kon ze onmiddelijk op financiering en hulp rekenen.
In de nacht van 15 januari 1943 werd ze verraden. Het huis in Urrugne(Fr. Baskenland) , waar ze telkens met de piloten terecht kwam, werd bestormd en ze werd gevangen genomen. Onder foltering gaf ze toe dat ze de leidster van het Reseau Comète was. De Gestapo weigerde haar te geloven.
De ontsnappingslijn bleef bestaan, maar de leden betaalden een zware tol. De vader van Andrée werd gefusilleerd. Zij werd gedeporteerd naar Mauthausen en Ravensbrück, als "Nacht und Nebel gevangene".
Ze overleefde, maar was ernstig ziek en uitgeput wanneer ze in 1945 door de geallieerde troepen werd bevrijd.
In 1946, werd ze ontvangen op Buckingham Palace, om de "George Medal" in ontvangst te nemen. Er werden ceremonie's georgeniseerd door de RAF en de Amerikanen. In Frankrijk werd ze "Chevalier de la Légion d'Honneur", in België "Ridder van de Leopoldsorde" en ontving ze de "Croix de Guerre avec palme".
In 1950 werd ze door koning Boudewijn in de adelstand verheft.
Verscheidene jaren werkte ze als verpleegster in Belgisch Kongo en Ethiopië. Wanneer haar gezondheid begon te wankelen, keerde ze terug naar Brussel.
Ze bleef ongehuwd.

woensdag 20 januari 2010

Foto's ivm pagina Miep Gies

Fotos : van boven naar beneden :
Margot Frank, anne, Edith Holländer-Frank, Otto Frank, Miep en haar echtgenoot Jan, de ingang van de schuilplaats.
Midden : het huis in de Prinsengracht te Amsterdam.
De gevangenis in Amsterdam.

Hommage aan Miep Gies ((1909 - 2010)

MEMORY VERPLICHTING
Miep Gies stierf op 11 januari 2010, ze was één van de mensen die voor de familie Frank gezorgd hebben tijdens W O II. Ze werd geboren Hermine Santrouschitz in een Duitse familie in Wenen.
Toen ze 11 was, werd ze naar Nederland gestuurd (Leiden), wegens het voedseltekort in Oostenriijk.
In Nederland kreeg ze de bijnaam Miep. In 1940, bij het uitbreken van de oorlog, was ze werkzaam als assistent van Otto Frank, eigenaar van een pectine productiebedrijf te Amsterdam.
Door de groeiende bedrijging van het nazi-regime voor de Joden, besliste de familie Frank in 1942, (Otto - zijn vrouw Edith - hun dochters Anne en Margot) zich te verstoppen in het achterhuis van het bedrijf en lieten geloven dat ze naar Zwitserland waren gevlucht. Kort nadien kwam de bevriende familie Van Pels, alsook Miep's tandarts Fritz Pfeffer zich ook verbergen in de schuilplaats, dus in totaal 8 personen. Twee jaar lang zorgden Miep en haar man Jan, met wie ze in '41 huwde, met grote risico's, voor voedsel en nieuws van de buitenwereld. Ze werden daarin geholpen door Miep's collega's Viktor Kugler, Johannes Kleinman en Bep Voskuijl. Anne, de jongste dochter van de Franks hield een dagboek op papier ook door Miep bezorgd.
Helaas, op 4 augustus 1944, door verraad, werden ze allemaal door de Gestapo opgepakt en naar concentratiekampen gestuurd. Toen de Gestapo arriveerde, was Miep op haar kantoor, ze hoorde aan zijn Weens accent dat één van de officieren een Oostenrijker was. Ze begon met hem te praten met wat charme, wellicht heeft het haar leven gered. Haar collega's werden ook aangehouden.
Later ging ze onderhandelen op het hoofdkwartier van de Gestapo om ze vrij te krijgen, maar tevergeefs.
Wanneer ze terug keerde naar de schuilplaats, vond ze Anne's dagboek op de grond. Ze nam het mee maar leesde het niet.
Een jaar later kwam Otto Frank alleen terug uit Auchwitz. Hij wist dat zijn vrouw en de vrienden het niet hadden overleefd, maar hoopte zijn twee dochters terug te vinden.
Twee maanden later ontving hij een brief die melde dat de meisjes gestorven waren in Bergen-Belsen, minder dan een maand voor de bevrijding van het kamp door de Britten. Miep herinnerde zich toen het dagboek van Anne en gaf het aan haar vader. In 1947 verscheen "Het Dagboek van Anne Frank", het werd een bestseller.
Nooit wou Ottio Frank weten wie ze verraden had. Miep werd gedecoreerd, de Israëlische Holocaust Memorial, Yad Vachem, vereerde haar. Ze kreeg ook een decoratie van de Duitse regering.
Elk jaar op 4 augustus sluitte ze zich op, wou niemand zien. In 1987 schreef ze een boek "Anne Frank remembered". De film van Jon Blair, in 1966 "Anne Frank remembered" won een Oscar. Blair nam Miep mee naar Hollywood, waar ze een staande ovatie kreeg.
ZIE FOTO's volgende pagina.

dinsdag 19 januari 2010

Monseigneur Godfried Danneels, Aartsbisschop en Kardinaal.

Godfried, Maria, Jules Danneels (juni 1933 ). Aartsbisschop en Kardinaal, sedert januari 2010 is hij Aartsbisschop-emeritus van Mechelen-Brussel.
G. Danneels werd geboren te Kanegem (W.Vl.) , als oudste zoon van hoofdonderwijzer Hendrik Danneels en Madeleine Stofferis. Het gezin telde zes kinderen. Na zijn middelbare studies aan het diocesaan St-Jozefscollege in Tielt, bezoekt hij het Bisschopelijk Grootseminarie te Brugge. In augustus 1957 werd hij door Bisschop De Smedt in zijn geboortedorp Kanegem tot priester gewijd. Vervolgens studeerde hij filosofie aan de Katholieke Universiteit Leuven en theologie aan de Gregoriaanse Universiteit te Rome (1961).
Tussen 1959 en 1977 was hij professor in de liturgie en sacramenteleer aan het Grootseminarie te Brugge, waar hij ook tot geestelijk directeur benoemd werd. Van 1969 tot 1977 was hij tevens hoogleraar in de liturgie en de sacramenten aan de theologische faculteit van de Universiteit Leuven.
In november 1977 werd hij door paus Paulus VI benoemd tot Bisschop van het bisdom Antwerpen. In december van hetzelfde jaar, werd hij door Kardinaal Suenene tot Bisschop gewijd.
In januari 1980 werd hij metropoliet van de Belgische kerkprovincie, Aartsbisschop van het aartsbisdom Mechelen-Brussel en voorzitter van de Belgische Bisschoppenconferentie.
Sedert september 1980 was hij achtereenvolgens Vicaris van de Belgische Strijdkrachten en vanaf 1987 militair ordinarius van het legerbisdom.
STELLINGEN EN OPVATTINGEN Monseigneur Danneels wordt door de pers getypeerd als "progressief". Zijn kritiek op de gang van zaken in het Vaticaan had hem als verkiesbare Kardinaal in het conclaaf van 2005 parten kunnen spelen. Zijn gezondheid is niet optimaal, hij heeft regelmatig hartproblemen.
In juli 2009 verwelkomde de Kardinaal het bereikte politiek akkoord voor de sans papiers dat een einde maakt aan de onzekerheid van een grote groep mensen.
G. Danneels stelt dat het etisch besef bij bedrijfsleiders groeit en dat ondernemen etisch niet neutraal is. Daarbij hoeft er geen tegenstelling te zijn tussen succesvol en moreel verantwoord handelen.
Jezus zou, volgens de Kardinaal, geen goed ondernemer geweest zijn. Toch biedt de joods-christelijke traditie een aantal sleutelelementen aan : -een element in de boodschap dat de mens centraal moet staan. De onderneming en de arbeid mag nooit een doel op zich zijn maar een middel tot zelfrealisatie.
-een ander element is de voorkeursbehandeling voor de zwakken in de samenleving.
In januari 2010 wordt Monseigneur G. Danneels opgevolgd door Monseigneur Leonard uit Namen.